Tijdens al mijn lessen hanteer ik de 4 basisprincipes van een goede zit op het paard. De eerste is dat de ruiter altijd in evenwicht moet zijn, als de ruiter niet in evenwicht is, kan het paard nooit volledig in evenwicht lopen. Dan hebben we het zowel over het verschil links en rechts, sommige ruiters zakken 1 kant op, maar ook het verticale evenwicht. Dit is bijvoorbeeld uit balans als een ruiter voorover of achterover zit. De kleinste veranderingen in houding maken al veel verschil bij het paard.
Het tweede principe is dat het bekken van de ruiter altijd het bekken van het paard moet volgen. Het paard spiegelt zijn bekken namelijk aan die van de ruiter. Zowel in de zijdelingse beweging als in het voorover en achterover kantelen. Zo beperk jij je paard bijvoorbeeld enorm als je hem vraagt meer terug te komen op het achterbeen (en dus het bekken achteroverkantelen) terwijl jij met je bekken voorover gekanteld zit.
Verder moet je altijd eerst synchroniseren met je paard voor dat je aanpassingen kan vragen. Als jij bijvoorbeeld vindt dat je paard te traag draaft, en jij gaat extra duwen met je zit tijdens het lichtrijden om dat je graag wil dat hij actiever gaat draven, dan ben je niet synchroon. Beter kan je je eerst aanpassen aan het tempo en vanuit daar met je beenhulp je paard vragen om meer activiteit.
Als laatste moet jij als ruiter natuurlijk fysiek de mogelijkheden hebben om de juiste houding en zit tijdens de bepaalde oefeningen te hanteren. Als jij fysiek een beperking hebt, asymmetrisch bent, een beperkte ROM in je heupgewricht of onderrug hebt of te weinig corestability, dan wordt het lastig om een makkelijk te dragen gewicht voor je paard te zijn. Dit zal dan los van het paardrijden opgelost moeten worden.
Heb jij vragen over 1 van deze vier principes? Stuur mij even een berichtje!